Soms kun je iets niet zien omdat je er zelf middenin zit. Je zit er met je neus bovenop en toch heb je geen idee. Zo realiseerde ik mij vandaag iets wat misschien nogal voor de hand ligt. Mensen vinden (toneel)spelen eng. Ze zijn er bang voor. Bang dat ze het niet kunnen, niet goed genoeg zijn, dat ze teveel opvallen, zichtbaar worden. Ik snap het en toch voelt het voor mij als ‘de omgekeerde wereld’. Juist als je speelt namelijk kun je ervaren, voelen, leren hoe goed je bent. Hoe krijg je mensen zover dat ze zichzelf dat toestaan? Dat is de echte vraag.
Welk podium past
‘Ik kan helemaal niet toneelspelen’. Dat hoor ik vaak. Maar wie zegt dat je dat moet kunnen? Acteren is een vak. Daar bestaan opleidingen voor, waar je auditie voor moet doen. Sommige mensen hebben er een uitgesproken talent voor. Dat is natuurlijk zo. Mogen andere mensen dan niet meer spelen? Moet jij bijvoorbeeld het podium van een grote schouwburg op of mag je gewoon het plezier van spelen ervaren? Je hoeft niet goed te kunnen acteren om een geweldige speler te zijn.
In de zandbak
Kijk eens naar spelende kinderen in een zandbak. Ze maken taartjes. Het ene kind maakt stevige taartjes. Bij de ander vallen ze half uit elkaar. Ze lachen erom. Het ene taartje is in hun ogen niet beter dan het andere. Er is niemand die zegt dat het ene kind geen zandtaartjes meer mag maken omdat ze een beetje uit elkaar vallen. Sterker nog, als je zoiets zou zeggen dan wordt iedereen boos op jou. Want waarom moeten die taartjes perfect zijn en volgens wiens regels moet dat?
Is halfbakken goed genoeg
De kinderen spelen. Daar genieten ze van. Hun spel is niet gebonden aan regels van perfectie. Waarom zou jouw spel dat dan wel moeten zijn? Waarom mag jij geen halfbakken zandtaartjes maken? Wie zegt dat? Ik gun jou zo dat je wel halfbakken zandtaartjes mag maken. Dat het maken van die taartjes en het plezier dat je voelt voorop mag staan. Ik nodig je graag uit in mijn zandbak. Mijn taartjes zijn niet af. Ze storten vaak in. Ze zijn fantasievol en met enthousiasme gemaakt. Misschien kan ik kijken hoe jij het doet. Worden mijne daar steviger van. Je mag zeker kijken hoe ik ze maak. Of zullen we ze samen bakken? Daar worden we vast allebei blijer en beter van.