Als kind had ik een eindeloze fantasie. Behalve dat ik niet wist dat het fantasie was. Ik geloofde gewoon heilig dat dingen echt of mogelijk waren als ik ze bedacht. In mijn hoofd beleefde ik grootse avonturen. Zo wist ik zeker dat ik een raket kon bouwen. Een echte raket, die mij naar de maan zou brengen. Ik denk dat ik toen een jaar of 8 was, maar zeker weten doe ik dat niet. Het was een project met een buurjongen. We verzamelden schroeven, bouten, spijkers en moeren van de straat en vulden daar een plastic zak mee. Die bewaarden we in de schuur tot we genoeg onderdelen hadden om aan de bouw te beginnen. Ondertussen was de raket in ons hoofd allang af en al vele malen heen en weer gevlogen.
Avonturier in de wolken
Op een dag was de droom er niet meer. Mijn vader vroeg of die zak met rommel nou al een keer weggegooid mocht worden. Ik denk dat ik nee zei en dat hij ja deed. Dag raket. Dag maanreis. Er kwamen andere onhaalbare projecten voor in de plaats. Een circus in de achtertuin, een droevig bestaan als weeskind waarbij ik vissen moest eten uit de sloot, een eigen aap hebben, in een minivariant van de pipowagen gaan wonen. Altijd zat er heroïek en drama in mijn verzonnen levens.
Hoezo kun je niet je hele leven in sprookjes geloven
Met het opgroeien veranderden de verhalen. Ik geloofde ze ook niet meer echt echt, maar ik kon het ook niet loslaten. Leven in mijn hoofd was veel te leuk. Doordat ik toneelspelen ontdekte kreeg mijn fantasieleven iets meer houvast. Spelen dat je iemand anders bent was toch mogelijk! Spelen legde een lijntje tussen droom en werkelijkheid.
Hoe ouder ik werd hoe minder handig het was om in sprookjes te geloven. Sommige mannen bleken bijvoorbeeld allesbehalve prinsen op witte paarden. Door mijn rotsvaste geloof in romantiek en voorbestemming heb ik vaak mijn neus gestoten en niet op tijd losgelaten. Soms deed het echte leven zo’n zeer dat het mij even niet lukte om te dromen van iets beters.
Fantaseren maakt gelukkig
Gelukkig ben ik het nooit helemaal verloren. Fantaseren is nog steeds mijn religie. Ik geloof dat het voor mij levensreddend is. Het maakt dat ik afstand kan nemen van de realiteit als dat even nodig is. Het maakt dat ik kan geloven dat er nog prachtige dingen in het verschiet liggen, dat mensen wezenlijk goed zijn en dat kabouters bestaan. Ik wil positief zijn, ook als het echte leven soms hard is. Mijn eigen roze bubbel biedt bescherming. Ik nodig je graag uit voor een rondje in mijn raket. Samen een fantastisch avontuur beleven dat is heerlijk. Verzonnen verhalen zijn ook echt, op het toneel komen ze tot leven. Laat niemand je vertellen dat het niet kan.